top of page
Search

'Het spijt me!'


Grote ernstig kijkende blauwe kinderogen keken mij aan, er was duidelijk iets aan de hand. Het leek me verstandig om niet meteen van wal te steken en allerlei (onnodige) vragen te gaan stellen, maar even af te wachten wat er komen zou…

Dat wachten duurde best nog wel een tijdje en de kinderogen keken niet meer naar mij, maar naar de grond. ‘Wat zou er gebeurd zijn?’ bedacht ik me, normaal gesproken kan dit kind zijn zegje prima doen en hoef ik er niet naar te raden.

Mijn nieuwsgierigheid won het van mijn geduld en ik vroeg: ‘Vertel maar, is er iets gebeurd?’

Nu kwamen er uit de kinderogen nog een paar dikke tranen; ‘Oei, dit is dus wel heel serieus!’ dacht ik.

‘Ik, ik… ik kon er niets aan doen, ik…de bal stuiterde alle kanten op en toen, toen…’

Er begon mij iets te dagen; het kind met de mooie kinderogen had ik net binnen zien spelen met een voetbal, volgens mij had ik daar nog iets over gezegd….

‘De vaas viel zomaar om!’ zei het kind met de kinderogen weer iets naar mij gericht.

Dus dat was het!

Mijn foeilelijke vaas die op de kast stond heeft het dan toch eindelijk begeven! Pfffff!

Maar ja, wat zeg ik nu tegen het kind met de ernstig kijkende kinderogen?

  • ‘Geeft niks hoor, ik vond de vaas toch niet mooi’..

  • ‘Ik had je nog zo gezegd; niet voetballen in de kamer!’..

  • ‘Keer je spaarpot alvast maar om, dat gaat je geld kosten!’

Deze keer hoefde ik niet eens wat te bedenken; het kind met de mooie kinderogen kwam zelf al met de oplossing: ’Sorry, mama, het spijt me!’ en ik voelde een handje zoekend naar mijn hand.

Met een brok in mijn keel ging ik letterlijk en figuurlijk door de knieën, even kon ik niets zeggen, maar ik drukte het kind met de mooie kinderogen tegen mij aan.

Ik hoorde een zucht van verlichting in mijn oor en zei; ‘Tja, dat kan gebeuren, jammer.’

‘Kunnen we nog iets met de scherven doen, denk je?’

Het kind met de mooie kinderogen dacht van niet....

‘Zullen we het dan samen maar gaan opvegen?’

Dat was een goed idee van mij, de kinderogen begonnen al iets minder ernstig te kijken....

Nadat we dat gedaan hadden en we voor de schrik iets te drinken hadden gepakt (met een ‘voor-de-schrik-koekje’ erbij) zei ik tegen het kind met de mooie kinderogen:

‘Weet je dat ik het heel fijn vind dat je me verteld hebt wat er is gebeurd en dat je ‘het spijt me’ hebt gezegd. Soms gebeuren er dingen die je niet wilde en daar kun je behoorlijk last van hebben. Je kunt het niet meer terugdraaien, maar wel zeggen dat het je spijt, dan is het voor de ander duidelijk dat het niet je bedoeling was en kun je samen misschien wel zoeken naar een oplossing.

Niemand vindt het gemakkelijk om toe te geven dat je iets niet goed gedaan hebt, maar door

‘het spijt me’ te zeggen wordt het wel gemakkelijker om er over te praten en om een oplossing te vinden.’

Twee grote blauwe kinderogen keken me opgelucht aan!


91 views0 comments
bottom of page